allee gij


allee gij 1.0

((vooral) in België)

uitroep van verbazing; o ja?; wat zeg jij nou?

Algemene voorbeelden


'Korporaal Ste-hèr-recks!' riep Juffra nu alsof hij een poesje toesprak dat niet meer uit een boom durfde [...]. 'Ze zeggen dat het een jeannette is,' smiespelde Viviane Meulders. 'Allee gij.' 'Waarom denkt ge anders dat ze hem Jufira noemen?'

Een lichtgevoelige jongen, Walter van den Broeck,

'Ik kan de rook uit mijn oren laten komen!' riep Natte. Ongelovig keek Tetten hem aan. 'Allee gij!' 'Ik trek aan mijn sigaret en als ik knik moet gij met uw hand op mijn buik duwen en goed naar mijn oren zien.'

Een lichtgevoelige jongen, Walter van den Broeck,